Asbestanalyse - prijzen en erkende asbestlabo's

Wil je weten of een materiaal al dan niet asbest bevat? Dan raden we aan om een professionele analyse te laten uitvoeren. Enkel op deze manier ben je 100% zeker.

Een asbestanalyse bestaat uit twee stappen:

  1. Staalname. een klein stukje van het materiaal wordt verwijderd (bijv uit he dak, rondom buizen..) en wordt naar een erkend laboratorium gebracht.
  2. Asbesttest. In het labo gebruikt men een polarisatiemicroscoop en/of chemische proeven om te bepalen of het materiaal asbest bevat.

Is de uitkomst positief? Dan overweeg je best om het asbest te laten verwijderen.

De kostprijs van een asbestanalyse start vanaf €145, excl. btw. Hierin is alles inbegrepen; verplaatsingen, staalname en laboanalyse. Voor bijkomende asbesttesten is er natuurlijk een meerprijs.

In sommige gevallen is het niet nodig om een volledige asbestanalyse uit te voeren. Want kan je met het blote oog zien of het asbesthoudend materiaal is of niet. Zoals bij de golfplaten op een tuinhuis of spuitisolatie rond leidingen (lees hier alles over hoe je asbest kan herkennen).

Natuurlijk is een grondige inspectie van de woning geen slecht idee. Want misschien zijn er nog andere plaatsen met asbest die je nog niet kent. Er bestaan nl 3500 materialen waarin asbest vroeger werd gebruikt.

 

Er bestaan twee werkwijzes voor een staalname:

Kleefmonster

  • Neem een staal met behulp van een stukje matte plakband van 30 à 40 cm lang, bij voorkeur zwart.
  • Sla aan de linkerkant een stuk van 2 cm en aan de rechterkant een stuk van 10 cm om.
  • Plooi het stuk plakband dicht door het klevende gedeelte over het niet-klevende gedeelte te plakken.
  • Neem een monsterzakje en schrijf hier de gegevens op. Stop het staal erin (één staal per zakje, nummer de zakjes indien nodig) en verpak dit daarna in een ander zakje (dubbel verpakken).
  • Kleef een asbestpictogram (A-label) op het zakje.
  • Voeg een begeleidend schrijven toe met uitleg over de stalen (bv. nummer, plaats, materiaal) en hou dit buiten het staal of de stalen.

Opmerkingen:

  • Voor leidingisolatie wordt aangeraden om op meerdere plaatsen een kleefmonster te nemen.
  • Gebruik wegwerpmaterialen om stalen te nemen. Zo niet, kunnen de gebruikte gereedschappen schoongemaakt worden met vochtige doekjes. Gebruik geen gewone stofzuiger.

 

Staal van 3 cm x 3 cm

 

Opmerking:

Deze manier van staalname is een destructieve methode. Daarom is het zeer belangrijk om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen vooraleer de staalname uit te voeren!

  • Baken eerst een zone af waar de staalname zal plaatsvinden en neem eventueel een foto van het te analyseren materiaal.
  • Trek vóór de staalname de nodige PBM’s aan:
    • een wegwerpoverall met kap
    • wegwerphandschoenen
    • rubberen laarzen
    • ademhalingsbescherming FFP3 (wegwerp)
    • Zorg ervoor dat de randen van de wegwerpoverall goed afgekleefd zijn met plakband.
  • Bevochtig het te analyseren materiaal of breng er een fixeermiddel op aan om de vrijgave van vezels te beperken.
  • Gebruik handgereedschap (geen sneldraaiend gereedschap!) om een staal te nemen.
  • Probeer een zo representatief mogelijk staal te nemen van minimaal 3 cm bij 3 cm en stop dit onmiddellijk in een zakje. Laat vervolgens de lucht uit het zakje, draai het dicht, kleef het dicht en plaats het in een tweede zak.
  • Breng een fixeermiddel aan over de loszittende vezels op de plaats waar het staal werd genomen,
  • Kleef een asbestpictogram (A-label) op de zak, zodat de verzenddiensten weten dat de zak een asbeststaal bevat. Beter dan verzenden is om het staal rechtstreeks bij het erkende laboratorium af te geven (ook dan met asbestlabel).
  • Veeg de zak schoon met een natte doek.
  • Fixeer het breukvlak dat ontstaan is door de staalname of scherm het af met plakband.
  • Maak de locatie en het gereedschap schoon met een vochtige doek.
  • Stop de wegwerp-PBM’s in een dubbele zak.
  • Vergeet zeker niet de rubberen laarzen af te spoelen, ook aan de onderkant!

 

Een betrouwbare identificatie van asbest in materialen kan enkel gebeuren met behulp van microscopische technieken.  Klassiek gebeurt de identificatie van asbest m.b.v. gepolariseerde lichtmicroscopie.  De gevoeligheid van PLM is evenwel beperkt.  Ingeval slechts sporen asbest aanwezig zijn in een materiaal of de asbestvezels zijn sterk verdeeld slaagt men er soms niet in deze te identificeren met PLM.  Er kan gebruik gemaakt worden van elektronenmicroscopie (TEM of SEM).  Deze technieken kennen dan weer andere beperkingen.

Een analyse met elektronenmicroscopie kan uitsluitsel bieden wanneer de analyse met gepolariseerde lichtmicroscopie geen eenduidig antwoord geeft of wanneer analyseresultaten op basis van voorkennis in twijfel worden getrokken (bijv. isolatie van stookketels waarbij de dispersiekleuring kan afwijken).

In dit geval wordt de identificatie uitgevoerd op basis van een elementenspectrum dat de chemische samenstelling van het materiaal weergeeft en waarbij we door vergelijking met pure asbeststandaarden kunnen nagaan of deze daarin aanwezig zijn. Deze analyses vereisen iets meer staalpreparatie en analysetijd en zijn daardoor tijdrovender en duurder in kostprijs.

Deze methode van onderzoek is gebaseerd op het principe W.  McCrone, beschreven in boek Asbestos Identification (by W. MC Crone USA ISBN 0-904962-11-3, 1988)

Hier wordt gebruik gemaakt van optische microscopie op basis van gepolariseerd licht, en dispersiekleuring.

  • Preliminair onderzoek met stereomicroscoop, waarbij de materialen onderzocht worden op hun uiterlijke kenmerken.
  • Visueel onderzoek met stereomicroscoop, teneinde de materialen als hechtgebonden / ongebonden te kunnen onderscheiden.
  • Identificatie met behulp van polarisatiemicroscopie en dispersiekleuring.
  • Asbestverdachte vezels worden onderzocht op: de morfologie, de optische eigenschappen en vezelkleur, het pleochroïsme, de dubbelbreking (anisotropie), de extinctie (uitdoving), het elongatieteken en de polarisatiekleuren

Na dit onderzoek kan een ervaren laborant concluderen en afleiden om welke asbestvezels het gaat, hetzij het om andere vezels gaat welke niet beantwoorden aan de eigenschappen van asbestvezels.

 

Hoe gaat het onderzoek in zijn werk?

De genomen monsters worden elk in een individuele verpakking gestopt, omdat de monsters elkaar anders kunnen besmetten.

Een beperkt aantal monsters volstaat om te bepalen of een materiaal positief is wat betreft het bevatten van asbest, terwijl meer monsters nodig zijn om te garanderen dat een materiaal geen asbest bevat.

Een of twee monsters zijn voldoende van een identiek vooraf vervaardigd materiaal, meerdere monsters dienen voorzien te worden voor broze materialen die ter plaatse werden verwerkt.

Een monster dient voorzien te worden voor elk homogeen verdacht materiaal, en minstens één monster per herkenbare zone.

Warmte-isolerend materiaal

Eerst dienen de verschillende soorten van warmte-isolerend materiaal gedetermineerd te worden, door zich te baseren op kleur, textuur en structuur van de isolatie.

Elk type van isolatiemateriaal dient bemonsterd te worden op basis van onderstaande gegevens:

  • Homogene lengte < 20 m 1 monster
  • Homogene lengte tussen 20-50 m 2 monsters
  • Homogene lengte tussen 50-100 m 3 monsters
  • Per homogeen stuk van 50 m extra 1 bijkomend monster

Indien warmte-isolerend materiaal anders van aard is dan het materiaal dat werd aangetroffen op de rechte stukken, dan wordt eveneens ten minste één monster genomen in een bocht, op de plek van een herstelling, in de eindstukken. In het algemeen wordt telkens wanneer er een vermoeden is dat het materiaal verschilt van de rest van de lijn, een bijkomend monster genomen.

Spuitasbest

De zones met spuitasbest worden visueel geïnspecteerd op kleur- en textuurverschillen, die op een gebrek aan homogeniteit kunnen wijzen. Een monster wordt genomen per type van spuitasbest.

Panelen, isolatiepanelen, vezelcement

Van homogene materialen wordt één monster genomen, op voorwaarde dat men zeker is dat hetzelfde materiaal werd gebruikt.

Touwen

Vaak kunnen asbesttouwen en touwen in synthetische materialen met het blote oog van elkaar worden onderscheiden. Hierbij is echter waakzaamheid geboden, aangezien touwen er anders kunnen gaan uitzien na blootstelling aan warmte of atmosferische invloeden. Men moet er rekening mee houden dat één enkel positief monster kan volstaan om alle voor een welbepaalde toepassing gebruikte touwen als positief te beschouwen. Bij industrieel gebruik moet men, om de risico’s van valse negatieve resultaten te beperken, als volgt te werk gaan: er moet een representatieve monsterneming worden uitgevoerd op 10 % van de touwen in de specifieke gevallen, waarvan met weet dat deze touwen zeer regelmatig werden vervangen, wanneer met wil bewijzen dat het gebruikte materiaal geen asbest bevat.

Vloertegels

Het gaat om een homogeen materiaal. Er wordt één monster per type van vloertegel genomen. Men dient echter wel rekening te houden met latere herstellingen. Er dient aldus een monster genomen te worden van de oudere betegeling.

Indien men zwarte bitumineuze lijm aantreft onder de tegels, worden deze ook bemonsterd en wordt nagegaan op welke oppervlakte deze lijm werd gebruikt

 

 

 

    Neem contact met ons op via onderstaand contactformulier. Wij trachten ernaar zo snel mogelijk al uw vragen te beantwoorden.

    Naam:
    Email adres:
    Telefoonnummer:
    Postcode en gemeente:
    Type pand:

    Type asbest:

    Bericht: